Deze grafzerk van formaat 102 x 205 cm, is in het midden, boven, genummerd "143" en heeft een zeer smalle rand, zonder randschrift. De zerk is in twee stukken gebroken en is geheel gebeeldhouwd. Op de bovenhelft bevindt zich een ovale inzinking met een zeer brede versierde rand met daarop een wapenschild, dat aan riemen hangt, boven aan de rand in de bek van een leeuwenkop, die op het bovenste gedeelte van de ovale rand staat. Op de rand beneden bevindt zich ook een leeuwenkop met ring in de bek en boven rechts en links op de rand bevinden zich kinderhoofdjes of engelenhoofdjes, naar voren kijkend. Het familiewapen is van het wapenschild afgehakt.
Op de onderste helft bevindt zich een cartouche, met rondingen en met rand en reliëf. Buiten de cartouche is de zerk versierd met bloemen. Op de afgeronde hoeken bevinden zich aan beide kanten griffioenen.
Op de bovenste helft van de cartouche bevindt zich een 6 regelig opschrift. Dit opschrift luidt:
“ANNO .
1620 . DEN .
27 . APRIL . IS . INDEN .
HEERE . GERVST .
IACOBA . ENGELEN . HUIS
FROV . VAN . CORNELIS . DIBBETs .”
Jacoba Engelen was getrouwd met Cornelis Dibbets, deze laatste was de zoon van Johan Dibbets en Dirckske van Ratingen. Na het overlijden van Jacoba trouwde Cornelis in 1622 met Helena van Oudewater. Cornelis was keurmeester van Veluwe, zijn broer Johan trouwde met Judith Engelen en hij was burgemeester van Arnhem en leengriffier.
Jacoba Engelen was de dochter van Mr. timmerman Engel Jacobs Driesen en Aeltjen Bitter. Ze had een aantal broers en zussen: Steven, Hendrick, Jan, Margaretha, Helene/Heiltjen en Elizabeth.
Jacoba Engelen wordt ook geschreven als Jaecxken / Jaexken.
Cornelis Dibbets wordt ook geschreven als Corneliss Dibbets / Dibbits / Debbets / Debets / Dibbetz / Debbetz / Dibbetius, enz.
Op de grafzerk staan twee griffioenen afgebeeld. Dit zijn fabeldieren of mythologische dieren met de kop en vleugels van een adelaar, schubben op het lichaam en de poten van een leeuw. Volgens de mythologie symboliseert dit dier de heerschappij over twee rijken, de aarde en de lucht. Ook staat hij symbool voor goddelijke macht en als de bewaker van het goddelijke.
In de kerkboeken staat deze zerk genummerd als "143" geregistreerd als de zerk van Cornelis Dibbets en Jacoba van Engelen (zie afbeeldingen).
