Het bovenste gedeelte van deze grafzerk ontbreekt.
Op het bewaard gebleven gedeelte (112 x 118 cm) staat een 11 regelig opschrift in Latijnse letters, verzonken aangebracht in een vorm die lijkt op een wapenschild. In de hoek rechtsonder bevindt zich een breuklijn. Dit opschrift luidt:
" KELDER . VAN . TWE . PLAATSEN .
IN . DE . ONDERSTE .
Mr . GYSBERT . WYER . ENGELBERTZ .
ADVOCt . VOOR . DEN . HOVE . VAN . GELDERL .
STERFT . DEN . 1 . MY . 1755 .
OUD . 44 . YAAREN .
IN . DE . BOVENSTE . PETER .
WALRAVEN . ENGELBERTZ .
STERFT . DEN . 16 .
MAART . 1776 .
OUD . 59 . YAARN ."
Uit de registratie van R.T. Muschart uit 1939 blijkt dat de zerk tot die tijd veel groter was, wellicht 112 x 270 cm. De zerk is te zien op een foto naast de Tombe van Karel van Egmond. Die Tombe is 303 cm lang, de zerk van Engelbertz is iets korter, ca. 270 cm. Op het bovenste gedeelte bevond zich, diep verzonken, een groot wapenschild, met dekkleden en een traliehelm. Het familiewapen is volledig afgehakt en het helmteken ontbreekt.
Kennelijk, en logisch gezien hun beider sterfdatum, lag de zerk op een grafkelder waarin Gijsbert Wyer als eerste en Peter Walraven als tweede geplaatst is.
Mr. Gijsbert Wyer Engelbertz werd geboren in Haffen Duitsland in 1710 of 1711 en overleed ongehuwd op 1 mei 1755. Zijn ouders, waarover ,tot nu, niets bekend is, waren toen al overleden. Hij studeerde aan de universiteit van Harderwijk, waar hij op 29 november 1734 promoveerde.
Peter Walraven Engelbertz werd geboren in 1717 en overleed op 17 maart 1776. Hij bekleedde een groot aantal functies, waaronder die van dijkgraaf van Malburgen. Vermoedelijk had hij geen kinderen.
Hij had een zus genaamd, Judith Petronella, zij trouwde in 1734 in Calcar (D) met Jacobus Smits, gedoopt in Nijmegen op 12 oktober 1688. Hij was schepen en burgemeester van de stad Nijmegen. Jacobus overleed op 18 februari 1749 en werd in de Stevenskerk, zerk nr. 20, begraven, vrouw en 8 kinderen achterlatend. Ter nagedachtenis werd er een penning geslagen (Zie afbeeldingen). Het was een zeer welvarend gezin, dat blijkt ook uit het portret dat van hem geschilderd werd en zich bevind in de collectie het Valkhof Museum, Nijmegen (zie afbeelding). Eén van de kinderen, Leonard Jan Smits, werd advocaat en president-schepen van ‘s-Hertogenbosch. Hij overleed maart 1809 en is ook in de Stevenskerk begraven.
Judith Petronella was in 1776 de enige erfgename van haar broer Peter Walraven Engelbertz. Zij overleed op 25 juni 1793 en werd ook in de Stevenskerk begraven (zie afbeeldingen).
Gijsbert Wyer Engelbertz wordt ook geschreven als Gisbert / Gysbert Weijer / Wijer Engelberts
Deze grafzerk lag tot 1939 op het hoogkoor naast het praalgraf van Hertog Karel van Gelre (zie afbeelding). Dit zou kunnen inhouden dat de overledenen van zeer goede komaf geweest moeten zijn.
Gijsbert was advocaat en lid van de Lucas Broederschap, een gezelschap van rechtsgeleerden. Het beroep van Peter is niet duidelijk. Wel wordt hij meerdere malen genoemd in gerechtstukken, bijvoorbeeld voor hemzelf in een proces over invoer van vlees uit Kleefs gebied, maar ook als vertegenwoordiger voor derden.
De familie Engelbertz kan in ieder geval als groot grondbezitters gezien worden. We kwamen een koop (1758) en verkoop (1764) tegen van het pand de Gaarnpak (huis en erf) op de korenmarkt, akkers in Malburgen en het kerspel Elden. Een perceel genaamd Grooten Griet waar nu het fietspad langs de afrit van de Nelson Mandelabrug loopt, nabij het BP tankstation. Boerderij Groot Jermelo (Immerlo) gelegen in Malburgen was in 1735 eigendom van de erven Engelberts. Het goed was toen 63 morgen en 14 roeden groot en bestond uit een T-boerderij met een kleinere, vrijstaande schuur. Boerderij de Koppel werd gekocht in 1761 waar nu zwembad de Koppel is.
Onderstaand (bij afbeeldingen) een kaart met legenda met de bezittingen van douairière J.P.Smit-Engelbartz.
Gijsbert en Peter Engelbertz woonden in 1741 en 1769 in een behuizing, staande op de Beek in de Menthensteeg.
