De zerk werd in 1939 door Muschart beschreven. Op basis van deze informatie en de foto's uit 2019 volgt de beschrijving van de zerk:

Deze zerk was van gemiddeld formaat met een grijsbruine kleur. Op de zerk was een rand aangebracht, zonder tekst, maar wel met het nummer "9--" in het midden bovenin de rand. In 2019 had de zerk een aantal breuklijnen, waarvan er ook één door het nummer en het merk liep.
Op de bovenste helft van de zerk bevond zich een wapenschild met een merk. Dit merk werd door Muschart getekend (zie afbeelding). Onder het wapenschild stond een 1 regeling opschrift in Latijnse letters. Dit opschrift luidde:

" SEBES . DIRCKSEN ."

Volgens de omschrijving van Sloet en Van Meurs in 1888 (door hen werd de zerk geregistreerd met nr. 3) was de zerk genummerd "96".

Onbekend is wie Sebes Dircksen was. Er is geen vermelding onder deze naam bekend in de kerkboeken. Wel is er in archieven een vermelding gevonden van een huwelijk op 19 juli 1673 tussen Arent Dircksen, jongeman van Arnhem met Sebeske Hendricks, jongedame mede van Arnhem, getrouwd Dircksen.
Met als extra opmerking: 'Ot, frater sponsi' en 'Jacobs, Stijneke mater sponsa' (zie afbeelding).

In het Gelders Archief is tevens uit 1676 een vermelding gevonden van het echtpaar Arnt Dercksen en Sebusken Hendricks.

Het is mogelijk dat het hier gaat om de "Sebes Dircksen" op de grafzerk, dan zou ze de echtgenote zijn van Arent Dircksen.

De naam Sebes Dircksen wordt ook gespeld Sebeske / Sebusken Dercksen / Derxen / Dercsen / Dercxen / Dircks / Dercks

Op de foto bij de afbeeldingen is te zien dat deze zerk in 2019 verwijderd werd van zijn locatie in het zuidelijke zijpand. De zerk had verplaatst moeten worden naar het noordelijke zijpand, echter is daar niet meer in de zerkenvloer te vinden.

Onbekend is wat er met deze zerk gebeurd is.