Lambert Wijnen

Griffier aan het Hof van Utrecht

2

Lambert Wijnen

Ligging:

De zerk bevindt zich in de noordelijke zijbeuk. In 1939 registreerde R.T. Muschart deze zerk met nr. 206, zonder naam, de zerk bevond zich 'tussen het orgel en de banken'. In de kerkboeken van het jaar 1634 staat dat de zerk in het middenpand ligt.

Beschrijving:

De zerk is rechts boven genummerd "51" en heeft een normaal formaat van 85 x 200 cm met smalle rand. De zerk is geheel gebeeldhouwd, op de bovenste helft bevindt zich een wapenschild met traliehelm, dekkleden en een helmteken. Het helmteken is een staande, naakte man (wildeman), met de rechterhand op zijn heup en in zijn linkerhand houdt hij een hellebaard vast. Aan de hellebaard hangt rechts een kleine bel. Het wapenschild bevindt zich in een ronde inzinking met versierde rand. Het betreft botanische versieringen. Het familiewapen is van het wapenschild afgehakt.

De onderste helft van de zerk is bedekt met een staande rechthoek met versierde rand, met op de bovenkant leunend een cherubijn. De tekst op deze rechthoek is niet meer te lezen. Door deze rechthoek gaan horizontaal twee grote breuklijnen.


Familiegeschiedenis:

Lambert Wijnen, J.U.D. (betekent doctor in beide rechten), werd in 1539 geboren als zoon van Hendrik Wijnen (1510-1572) en Machteld van Steenre (1512-na 1572). Hij was rechtsgeleerde en bleef ongetrouwd. In december 1620 overleed hij in Arnhem op 81 jarige leeftijd. Hij werd op 19 augustus 1607 door Prins Maurits benoemd tot griffier aan het Hof van Utrecht. Dit ambt droeg hij in 1609 over aan Jacob Frederik van Steenre (familie via zijn moeder).

De ouders van Lambert, Hendrik en Machteld van Steenre woonden in Zutphen. Hendrik was de eerste van het geslacht die openlijk protestant was. Hij liep mee met de beeldenstorm in 1566. Toen in 1572 de Spanjaarden Zutphen innamen werd Hendrik vermoord, hij werd in zijn huis dood gestoken. Zijn vrouw, Machteld, was op het lichaam van haar man gevallen en kreeg ook twee steken, maar deze waren niet dodelijk. Machteld kwam uit een voorname familie, die ervoor zorgde dat de zonen na de dood van vader gespaard werden en uiteindelijk hoge betrekkingen in Utrecht kregen.

Lambert Wijnen stamt uit het zeer invloedrijke, welvarende geslacht Wijnen (én Steenre, van moeders kant). Leden uit de familie Wijnen hebben gedurende 5 eeuwen hoge, invloedrijke functies binnen de provincie bekleed en zorgden er vaak voor verwantschappen aan te knopen met andere aanzienlijke en adellijke geslachten. De eerste bekende stamvader heette ook Lambert Wijnen en was geboren in 1382. Hij wordt in 1430 genoemd als rechtsgeleerde, zijn zoon Hendrik werd burgemeester van Zutphen, net als zijn kleinzoon, die ook Hendrik heette. Deze laatste was de vader van Lambert die hier begraven ligt.

Een andere nazaat uit het geslacht Wijnen, Osewolt Wijnen, ligt ook begraven in de Eusebiuskerk. Grafzerk nr. 4


Bijzonderheden:

De zerk werd niet eerder geïdentificeerd, maar onderzoek wees uit dat deze zerk toebehoorde aan Lambert Wijnen. Hij staat vermeld als eigenaar van zerk nr. 51 in de kerkboeken in het Gelders Archief (zie afbeelding).

Op de afbeelding van het familiewapen van de familie Wijnen in het wapenboek van muziek college St. Caecilia (zie afbeelding) is hetzelfde helmteken te zien, een wildeman met hellebaard. Het familiewapen bestaat uit drie rosbellen/bellen met als helmteken een staande wildeman (Hun), omkranst met groen met in zijn hand een hellebaard, waaraan een rosbel aan een lint hangt.

Dit wapen is een van de oudste wapens die in de geschiedenis van de heraldiek voorkomt. De familielegende gaat dat een voorvader van Lambert zich in de strijd van de bewoners van Gelderland tegen de Hunnen bijzonder door zijn dapperheid had onderscheiden. De hunnen streden te paard en hun paardentuigen werden versierd met ballen. Dit gerinkel moest hunzelf en hun strijdrossen in het vuur van het gevecht opwekken. De voogden van Gelderland zouden toen, teneinde de eer en de strijdroem van het geslacht Wijnen aan de vergetelheid te ontrukken, het wapen an de familie hebben toegekend, als zinspeling op de vele paardenellen door de leden van de familie op de Hunnen veroverd, terwijl de uitkomende wildeman van het helmteken een der overwonnen Hunnen zou moeten voorstellen. Terwijl de legende in strijd is met de geschiedenis, de Hunnen waren nooit in Nederland. De gewoonte om paardentuigen van krijgslieden met bellen te versieren bestond echter wel, wellicht was het niet de strijd met de Hunnen, maar een andere strijd.
Bron: Genealogie van het geslacht Wijnen. J. van Epen en A. Vorsterman van Oyen.


Meer weten?
Neem contact met ons op!


2024 - Alle rechten voorbehouden
Powered by Webi it Up