De grafzerk raakte in WOII zwaar beschadigd. Naar aanleiding van de foto uit 1956 van G.Th. Delemarre kunnen we een beschrijving van de grafzerk geven.
Het betreft een grote grafzerk met een smalle rand, midden boven staat in Latijnse letters het woord "KELDER" te lezen. Vlak daaronder zien we het hoofd van een kind / engeltje met vleugels langs het gezicht, daaronder hangend fruit met daaromheen een hangend lint met twee koorden.
Onder het fruit bevindt zich een lint met daarop in Latijnse letters de tekst:
"---- LVS . IS . MYN . GEWIN . BEIDE . IN . LEVEN . ENDE . IN . STERVEN ."
Aan beide zijden van de grafzerk bevinden zich langs de rand vier wapenschildjes met daaronder een lint met de familienaam. Aan de linkerkant is boven de familienamen "--NEN" te lezen en linksonder "BVSSCHE". Aan de rechterkant zijn, van onder naar boven de volgende familienamen te lezen: "LIENDEN", "SUILEN", "GAELEN" EN "DRAECKENBORCH". Alle familiewapens zijn afgehakt, behalve van Gaelen en Draeckenborch (Van Bossche is ook nog een restant wapen te zien). Bijzonder is dat het laatste wapen van Draeckenborch met bijbehorende naam nog tot 2019 in de Eusebiuskerk te zien is geweest (zie afbeelding). Na de renovatiewerkzaamheden is het helaas verdwenen.
Duidelijk is te zien dat de bovenste helft van de zerk bedekt was met een alliantiewapen, met links het mannelijk schild en rechts het ruitvormige vrouwelijke schild. Boven het vrouwelijke schild bevindt zich nog een helm met dekkleden. De familiewapens zijn van de schilden afgehakt.
Op de onderste helft van de zerk bevond zich een liggende rechthoek met Latijnse tekst. Hiervan zijn slechts enkele letters te lezen. In het midden, in de rand van de rechthoek is een schedel (Vanitas-symbool) uitgehakt.
Volgens het Nederlandsch Biografisch Woordenboek (deel 7, 1927) zouden de kwartieren van Hendrik van Brienen de volgende zijn: Van Brienen - Van Wijnbergen - Wolff - ten Busch.
De zerk werd beschreven in het "Boek van quartieren en wapenen, so gevonden sijn in kercken, closteren enz. in verscheijden landen naukeurich gecolligirt door Vrijheer van Spaen, heer van Ringelenberg 16.., in 4° en gecopiert en vermerdert door Stev. van Rhemen tot Rhemenhuise, 1701. 1 deel". Daarin staat als tekst beschreven:
"HENRICK V. BRIENEN .... JUFFRAU BEATRIX V. LIJNDEN. 1610"
Met als toevoeging 'in franse kerck in de fensters"
Dit boek bevindt zich in het Gelders Archief (zie afbeelding).
Hendrik van Brienen (± 1560 - 11 februari 1620) trouwde met Beatrix van Lynden (± 1573-16 oktober 1624) tot den Musschenberg. Hendrik was een zoon van Wouter / Wolter van Brienen en Gerardina / Gerarda van Wijnbergen. Zijn grootouders waren Hendrick, ridder van Brienen en Margaretha Wolf van Westerode. Beatrix van Lynden was de dochter van Carel van Lynden en Aleida van Zuylen Van de Haar.
De stamboom van Hendrik van Brienen is terug te voeren tot Eudes de Brienne, 'Comte de Cambrai' (uitleg: Comte = graaf), Frankrijk geboren ± 870, overleden 953, die getrouwd was met Odile de Bois Ferrand.
"Onze" Hendrik werd in 1581 beleend met de Zwaluwberg en komt voor op de riddercedul (uitleg: lijst met ridders uit een bepaalde tijd) der Veluwe van 1592 tot 1597. In 1593 wordt hij raad en rekenmeester van Gelderland en in 1598 afgevaardigde ter Staten Generaal.
Het echtpaar kreeg 13 kinderen. Hun oudste zoon Wolter krijgt de toevoeging "van de Musschenberg" bij zijn achternaam.
In 1620 erfde Beatrix de heerlijkheid Musschenberg, op dat moment wordt de heerlijkheid als volgt beschreven: "Huis und hoffstatt, holdende tesamen 2 1/2 morgen lants, dartho noch 7 1/2 mergen langs, geheyten den Musschenbergh, in den kerspel van Valborg".
De Musschenberg / Mussenberg werd door A.J. van der Aa in 1846 als volgt omschreven:
"Dit slot, van hetwelke een tak uit den huize Van Lynden,.. zijnen naam ontleend heeft, was een oud gebouw, in ruime grachten gelegen, hebbende eenen ronden toren en verscheidene gevels met een ruime voorhof".
Vele jaren later, in 1802 werd het kasteel gesloopt.
