Deze kleine zerk heeft een formaat van 81 x 158 cm. De zerk heeft een dunne rand met daarbinnen een randschrift, dat voor een groot gedeelte weggehakt is. Het tweede gedeelte is niet ingevuld en heeft lege vlakjes. Binnen de rand staat het nummer '67' ingehakt, met daarboven de 'K' (kelder).
Binnen de rand bevinden zich 2 kolommen, die de tekstband raken en samen een boog ondersteunen. Tussen deze kolommen hangt een wapenschild wapenschild, waarvan het familiewapen geheel is weggehakt. Het wapenschild hangt met riemen, met daarin liefdesknopen, aan een ring, die aan de boog bevestigd is. Onder het schild eindigen de twee riemen, na dubbele liefdesknopen, in kwasten. Bovenop het wapenschild ligt het hoofd van een kind (putto ?)
Bij nadere bestudering kon een deel van het randschrift ontcijferd worden (zie afbeelding). Dit randschrift luidt:
"Aº..... STERF . DERCK (?)
VAN . REMST . DEN . 5 . JANUARY .."
Uit de kerkboeken blijkt dat grafzerk nr. 67 op het 'hoge choor' gelegen heeft en dat de kosten voor hogen en zanden - onderhoud van de grafplaats - over zijn gegaan op de kinderen van Willem van Reemst, met name Jan van Reemst, chirurgijn.
In 1580 wordt beschreven dat Derck van Reemst woont te Isseloort. In 1593 is er sprake van de weduwe van Derrick van Reemst, genaamd Geerdt Sluitters / Sluijters.
Derck van Remst wordt ook geschreven als van Reemst / Reempst
Willem van Reemst, een nakomeling van Derck van Remst / Reemst, stond ingeschreven bij het Tappersgilde. De gildebeker van het Tappersgilde bevindt zich in de collectie van Museum Arnhem, nr. GM 01042 en staat in de permanente expositie in het Erfgoedcentrum Rozet, Arnhem.
Op deze beker staat het familiewapen van 'Willem van Reemst' (zie afbeelding). Willem van Reemst wordt ook genoemd in de boekhouding van het tappergilde, in het Gelders Archief (zie afbeelding).