Deze zerk met formaat 100 x 123 cm is midden boven genummerd "80". De zerk is geheel glad gehakt en slechts voorzien van een 2 regeling tekst in Latijnse letters, aangebracht vlak onder het nummer. De tekst luidt:
" DB .
1808 ."
Deze grafzerk is van David Brants. David werd op 15 september 1776 geboren als de zoon van Jan Jacob Brants (1741-1813) en Anna Maria de Neufville (1742-1782). David werd gedoopt in de Kerk Lam en Toren, dit was een doopsgezinde gemeente in Amsterdam. In 1808 overleed David in Arnhem en werd begraven in de Eusebiuskerk.
Zijn vader, Jan Jacob Brants, was koopman en bankier in Amsterdam en was zeer welvarend man en woonde aan de Herengracht 186. Een schilderij van Jan Steen "de kandeelmakers" uit de collectie van Jan Jacob bevindt zich in de collectie van het Mauritshuis. Anna Maria de Neufville kwam uit een welvarende familie van textiel handelaren.
De broer van David, Jan Isaac de Neufville Brants, kreeg een zoon, genaamd Antonie Brants. Deze laatste werd lid van Gedeputeerde Staten Gelderland. In 1917 besloot mr. A. Brants, griffier van de Provinciale Staten van Gelderland, zijn kostbare familie archief te schenken aan het Gemeente Archief van Amsterdam. Het gehele archief bevindt zich daar, geregistreerd als: "88 Archief van de Familie Brants en aanverwante families, 1660-1942".
Bij onderzoek in de kerkboeken van de Hervormde Gemeente werd een grafzerk no. 80 gevonden met de volgende omschrijving (zie afbeelding): "Deze groef is den 9 Decemb. 1808 verkogt door kerkmeesteres aan den Heere Jan Jacob Brants voor de somma van een honderd en twintig guldens".
Na controle in de begraafboeken werd het volgende gevonden (zie afbeelding): "6 december 1808 gestorven en den 12 begraven de Heer David Brants ongehuwd woonde te Amsterdam".
In de stamboom van de familie Brants, uit het Archief Amsterdam (zie afbeeldingen) staat bij David Brants vermeld dat hij begraven werd in Arnhem, in de grote kerk, no. 80 op het hoogkoor.
