Deze zerk van formaat 97 x 212 cm is zonder nummer met meerdere grote breuklijnen door de zerk en beschadigingen aan de randen. De lange zerk heeft een rand in de vorm van vier uitgerolde rollen papier. Aan de uiteinden, in de hoeken zijn de rollen nog omgekruld. Op deze rand bevindt zich een opschrift in gotische letters. Op de bovenrand is nog te lezen:

" INT . JA-- " (dit is nu moeilijk te lezen, in 1939 werd dit door Muschart geregistreerd)

De tekst aan de rechterkant is niet meer te lezen. Op de onderste rand is nog te lezen:

" ĀDER "

Op de linkerkant is de volgende tekst te lezen:

" BENTINCK . HUESFROW . HYR . BEGRAVĒ . BIDDET . VOER . DE . ZIELE . PR (?) --. "

Iets boven het midden van deze zerk bevindt zich een wapenschild dat opgedeeld is in twee delen. Aan de linkerkant een ankerkruis aan de rechterkant drie gekroonde klimmende leeuwen (2 boven, 1 onder).

Dankzij de beschrijving van de heren Sloet en Van Meurs uit 1888 weten we toch iets meer van deze zerk. Ze beschreven tekst op de zerk (hun nr. 6 ) als volgt:

"INT . JAE---
---
SĀDER .
BENTINCKS . HUESFROW . HYR . BEGRAVĒ . BIDDET . VOER . DE . ZIELE . PR- . NOST ."

Deze zerk lag in 1888 in de Eusebiuskerk, maar was afkomstig uit het St. Catharina gasthuis op de Beek (zie bijzonderheden).

Van een huwelijk tussen Sander Bentinck en Adriana van Halewijn is niets (tot nu toe) terug te vinden.

Zou het hier gaan om Sander Bentinck Aller (1461-1547), die keukenmeester van Hertog Karel van Gelders was? Sander was een zoon van Hendrik Bentinck en Margaretha van Damme en hij trouwde met Johanna van Zuylen van Nyevelt (± 1482-1544 (?)). Ze kregen tenminste drie kinderen.

Wellicht was Sander eerder getrouwd geweest met Adriana Halewijn?

Er is in ieder geval enige onduidelijkheid over de jaartallen. In diverse bronnen worden bovenstaande geboorte- en sterfdatums genoemd, terwijl in het Gelders Archief acten (dd 1549) te vinden zijn op naam van Johanna van Zuylen, weduwe van Sander Bentinck. Dat maakt in ieder geval duidelijk dat ze later is gestorven. Ook geven veel bronnen de geboortedatums van de kinderen van het echtpaar tussen 1512 en 1520, wat ook niet aannemelijk lijkt, gezien de leeftijd van Johanna.
Veel is hier onduidelijk...

Enkele grafzerken uit het St. Catharina gasthuis ontkwamen in 1798 aan het lot van die in de Eusebiuskerk, wat betreft het afhakken van de wapens van de zerken. Toen in 1860 de oude kloostergebouwen werden geruimd en er nieuwe gebouwen voor in de plaats kwamen, werden acht zerken uit de gangen 'om de waarde van de steen' door de kerkvoogden van de Hervormde Gemeente aangekocht en naar de Eusebiuskerk gebracht. Daar werden zij bij de andere in de vloer gelegd.

Hierdoor is het lastiger om uit te zoeken aan wie de zerk toebehoorde. Er is geen registratie van de grafzerken uit het St. Catharina gasthuis bewaard gebleven.

Van Rhemen (zie afbeelding) heeft dit echtpaar ook geregistreerd, ca. 1701. Hij beschrijft het wapen van Bentinck (w. cruis in bl.) en Halewijn (3 lw. -- gecroond in w.) met daarna :
"Joffer Adriana v. Halewijn Sander Bentinck huisvrou te Arnhem" met de toevoeging 'in de fensters in den omganck'.