Een grafzerk van gewoon formaat van 87 x 175 cm met boven, in het midden, het nummer "16", geschreven als "J6". De bovenste helft van de zerk is leeg, op twee wapenschildjes in beide hoeken na. De familiewapens van deze schildjes zijn volledig weggehakt, met wat fantasie lijkt er op het linker schildje een adelaar te staan. Dit is het familiewapen van de familie ‘Van Arnhem’. Op de onderste helft bevindt zich een vierkant met versierde rand, met daarop in Latijnse letters, een 9 regelig opschrift. Dit opschrift luidt:
“HIER . VERWACHT . DIE .
LESTE . TYT . TOT . EEN . BLY .
WEERVERGAREN .
HENRIC . VAN . ARNHEM .
VĀ . SMERT . BEVRYT . OLT .
OMTRENT . BY . X . JAREN .
ANNO . 1605 . GESTORVĒ .
DĒ . 7 . OCTOBZ . DIE . CROEN .
VERWORVEN .”
Uitleg: De laatste regels 'die croen verworven', verwijst naar het katholieke geloof, dat 'na het verdragen van ellende zal hij samen met Christus zijn'
Dit is de grafzerk van Henric, een kind van ongeveer 10 jaar oud, gestorven aan de pest. Het is bijzonder dat deze zerk, voor een kind, zo lang bewaard gebleven is en niet vervangen werd. De rekening voor het onderhoud van de grafzerk werd betaald door Heer Baron Lubbert Adolf Torck, Vrijheer van Rosendael en Petkum. Zijn opa Lubbert Lubbertsz Torck was getrouwd met Jacoba van Arnhem, haar vader was Johan van Arnhem (1543-1607), de zoon van Joseph van Arnhem en Jacoba Van Speulde. De zerk van Johan van Arnhem is bewaard gebleven en ligt ook in de Eusebiuskerk, zerk nr. 91.
Henric van Arnhem was de zoon van Paul van Arnhem, Heer tot Nederhagen en Hulshorst (1553-1621) en Henrica Goltstein (1571-1645), hun portretten hangen in het Duivelhuis (zie afbeelding). Henric werd geboren in 1596 en overleed op 7 oktober 1605 aan de pest. Zijn vader Paul verbleef vanuit zijn bestuursfunctie in het najaar van 1605 in Arnhem, samen met zijn zoontje Henric. Deze Henric werd het slachtoffer van de pest die in die tijd de hoofdstad van Gelre getroffen had. De grafzerk vermeldt dat Henric stierf 'van pijn bevrijd', wat erop duidt dat hij een heftig ziekbed gehad heeft, met de dood tot gevolg. Het was zaak de jonge Henric zo snel mogelijk te begraven, wat gebruikelijk was ten tijde van de pest, en werd besloten hem in de Eusebiuskerk te begraven.
Paul van Arnhem (ook Pouwel genoemd) was landrentmeester-generaal van Gelre en Drost (hoofdbestuurder) van Harderwijk en omgeving, net als zijn vader Joseph van Arnhem. Paul was ook ambtsjonker van Ermelo en werd bekend als geleerde. Paul woonde vanaf 1608 op het kasteeltje Nederhagen, omgeving Velp, op de grens van het lage broekland, het noordelijkst deel van het huidige landgoed Biljoen. Paul van Arnhem overleed in 1621 en werd begraven in Nunspeet.
Zijn vader, Joseph van Arnhem tot Kernhem (geboren 1509-overleden 1586) was getrouwd met Jacoba van Spuelde, vrouwe van Hulshorst (1562-1556).
Ze hadden nog twee zonen, Joseph (1593-1617) en Zeger (of Seger) (1602-1655).
De familie Van Arnhem was een belangrijke, invloedrijke familie en bekleedden belangrijke, hoge bestuurlijke functies, maar ook werden ze in religieus opzicht als betrouwbaar beschouwd. Het waren vaak grote gezinnen, met als terugkerende namen Joseph, Johan en Zeger. De partners werden vaak gezocht en gevonden in andere invloedrijke families, zoals de familie Bentinck, Golstein, Stepraedt, Torck, enz. Bijzonder is het dat er geen nazaten meer in leven zijn met deze familienaam.