Deze zeer kleine zerk van 46 x 78 cm lijkt genummerd “87” en heeft een formaat van circa 90 x 45 cm. De bovenste rand van de zerk lijkt onder de pijler te verdwijnen. De zerk heeft een randschrift in gotische letters. Dit randschrift luidt:

“JUNYUS . STERF . JACOP . BELTGE .
Aº. 15 — (niet ingevuld) . DE . —
STERF . TRYN . BELTGES .”

Binnen de rand bevindt zich een hangend wapenschild, waarvan het familiewapen geheel is weggehakt. De riemen waaraan het wapenschild hangt komen onder het schild bijeen en eindigen in twee kwasten. Het wapenschild lijkt gedeeld te zijn geweest.

Opmerking: Muschart beschrijft het getal “87” als een familiewapen. Ook beschrijft hij de namen als 'BELTYE', dit moet zijn 'BELTGE(S)'.

De sterfdatums van Jacop en Tryn zijn niet ingevuld.

Jacop Beltgens was getrouwd met Cathryn. Cathryn was de dochter van Frederick van Daele en Hylleken. Frederick van Daele / Daell betaalde in 1537 zes gouden schilden, negen goud guldens, die hij zijn dochter 'Kathryn aan Jacob Beltgen' in huwelijkse voorwaarden meegegeven heeft.

Cathryn erft samen met haar zus Anthonia, 'vier morgen lands te Elden' van haar ouders. Jacob en Cathryn krijgen zeker drie kinderen, Jan, Frederick en Hilleken. In 1539 woonden ze in de Rijnstraat, hij had daar 'huis en hofstede', ook bezat hij 'een kamp, gelegen buiten Sunct Johanspoort aan de Royehain'. Voor 1564 moet Jacob Beltgens gestorven zijn, aangezien zijn weduwe in dat jaar genoemd wordt als zijnde deels eigenaresse van huis en hofstede, geheten den roden haen, een herberg.

Wat het beroep van Jacop precies is geweest is onbekend, wel verkocht hij in 1548 een brouwketel aan Evert van Daell en heeft hij in 1547 onenigheid gehad over de betaling van de tol, met de tolner van Amerongen, toen hij met zijn paarden door Scherpenzeel reed.

Jacob Beltgens wordt ook geschreven als Jacob Beltgen / Beltgenss / Beltiens / Beltien.
Cathryn wordt ook geschreven als Cathrin / Catharina / Tryn / Kathryn.