Clemēs sin huysfrou


92

Clemēs sin huysfrou

Ligging:

Deze zerk bevindt zich in de noordelijke zijbeuk. In 1939 registreerde R.T. Muschart deze zerk met nr. 189 tussen het orgel en de banken.

Beschrijving:

Deze grafzerk met formaat 96 x 211 cm is niet genummerd en erg afgesleten en heeft veel grote breuklijnen. Op de zerk is alleen nog te zien dat er een rand aanwezig is met daarop een randschrift. Grote delen van het randschrift zijn afgesleten. Aan de rechterkant is het bovenste gedeelte verhoogd gelaten daarna is, in gotische letters, te lezen :

"STERF . CLEMĒS . SIN . HUYSFROV ." waarna het laatste gedeelte verhoogd gelaten is.

Op het onderste gedeelte van de rand is te lezen:

" INT . JAE- "

Aan de rechterkant van de rand is te zien dat er tekst gestaan heeft. Helaas is daarvan niets meer te lezen. In 1888 werd deze zerk ook geregistreerd door de heren Sloet en Van Meurs in 1888 met de volgende tekst :
"INT . JAE- . --- (op steen leeg gelaten) --- . STERF . CLEMĒS . SIN . HUYSFROU ."

Door deze bovenstaande beschrijving lijkt het aannemelijk dat de grafzerk in de verkeerde richting teruggeplaatst werd in de grafzerkenvloer (zie afbeeldingen onder). Zij beginnen de beschrijving van de zerk (men begint altijd links boven te lezen) met de tekst "int . jae-", deze tekst staat nu aan de onderkant van de zerk (zoals de zerk nu geplaatst is).

In het midden op de grafzerk is te zien dat er een wapenschild was uitgehakt, met als familiewapen een kruis. Toen (in 1888) was al niet meer te zien of er een helm of helmteken geweest is.

Deze zerk lag in 1888 in de Eusebiuskerk, maar was afkomstig uit het St. Catharinagasthuis op de Beek (zie bijzonderheden).


Familiegeschiedenis:

Onbekend is aan wie deze grafzerk toebehoorde. Wel is zeker dat deze zerk oorspronkelijk in het St. Catharinagasthuis op de Beek lag.

Bij D'Ablaing van Giessenburg wordt een Clementia vermeld die het op deze zerk voorkomende wapen voerde, dit was Clementia van Lijnden. Zij was in de eerste helft van de 17e eeuw gehuwd met Arend Sloet, burgemeester van Kampen.

In 1577 wordt in het Gelders Archief een mevrouw Clemens Bentinck vermeld. De familie Bentinck voert een ankerkruis als familiewapen. In 1584 wordt zij vermeld als weduwe van Cracht van Camphuijsen.
Haar naam wordt ook geschreven als Clementia. Ze was de dochter van Johan Bentinck en Henrica Averenk.


Bijzonderheden:

Enkele grafzerken uit het St. Catharina gasthuis ontkwamen in 1798 aan het lot van die in de Eusebiuskerk, wat betreft het afhakken van de wapens van de zerken. Toen in 1860 de oude kloostergebouwen werden geruimd en er nieuwe gebouwen voor in de plaats kwamen, werd acht zerken uit de gangen 'om de waarde van de steen' door de kerkvoogden van de Hervormde Gemeente aangekocht en naar de Eusebiuskerk gebracht. Daar werden zij bij de andere in de vloer gelegd.

Hierdoor is het lastig om uit te zoeken aan wie de zerk toebehoorde. Er is geen registratie van de grafzerken uit het St. Catharina gasthuis bewaard gebleven.


Meer weten?
Neem contact met ons op!


2024 - Alle rechten voorbehouden
Powered by Webi it Up